De laatste jaren is er voor beleggingsprofessionals veel tijd en aandacht
gestoken in de kwestie of beleggers in indexfondsen moeten beleggen of juist
in actief beheerde fondsen. Als correlaties tussen aandelen stijgen
(moeilijker om de juiste aandelen te vinden) of als de volatiliteit in de
markt stijgt, krijgen indexbeleggers daarvan de schuld. Zij zouden het
verzieken voor de rest.

Spelers op het gebied van ETF’s – op de beurs verhandelbare indexvolgers –
maken zich niet druk over deze discussie en laten aantijgingen van zich
afglijden. Wat zouden ze ook?

Zelfs de laatste jaren bleef er een flinke toestroom van nieuwe beleggers en
voor de komende jaren voorspellen marktvorsers een groei van minstens 25
procent per jaar zowel in Europa als ook in de VS. Het meeste geld zit in
ETF’s op lokale aandelenindices en in sector-ETF’s, maar er is veel
toestroom naar ETF’s op obligaties.

Actief met indexfondsen
Actief beleggen met ETF’s is een nieuwe vorm van doe-het-zelf beleggen. Zoals
Arthur van Slooten, strateeg bij Société Générale stelde op een ETF congres
in Amsterdam: “iedereen is nu strateegje geworden.” Met behulp van ETF’s
kunt u uw eigen tactiek bedenken en uitvoeren met behulp van gespreide
portefeuilles. Morningstar’s ETF-strateeg Bradley Kay wees tijdens het
congres op de combinatie van momentum en value strategieën.

Twee ogenschijnlijk tegengestelde strategieën die in versimpelde vorm echter
door iedereen uitgevoerd kunnen worden en in het verleden volgens Kay voor
resultaat zorgden.

Een value-strategie is bijvoorbeeld om uit een groep van tien tot vijftien
landen een paar van de laagst gewaardeerde te identificeren en daarin te
beleggen. Wie niet kan bepalen welk land het laagst gewaardeerd is, kan ook
de ETF’s nemen van beursindices die de laatste jaren het minst gestegen
zijn, fundamentele data is dan niet meer nodig. Een momentum-strategie is om
landen of sectoren te kopen die in de laatste weken of maanden het sterkste
stegen in de verwachting dat de stijging nog even aanhoudt.

Maar ook andere strategieën zijn mogelijk. Sommige short-ETF’s worden
uitsluitend door day traders gebruikt. De omvang van die ETF is midden op de
dat soms 200 miljoen euro, maar aan het eind van de dag levert iedereen zijn
short weer in en heeft de ETF ogenschijnlijk geen marktkapitalisatie meer.

Transparantie indexfondsen
Onderzoek bij ETF’s naar operationele zaken blijft geboden. Een groot
onderscheid is er tussen ETF’s die daadwerkelijk alle of bijna alle aandelen
uit een index kopen (iShares en alle Amerikaanse ETF’s) en synthetische
ETF’s die met derivaten (swaps) werken (de rest). De laatste hebben als
voordeel dat ze voor professionele market makers veel makkelijker zijn samen
te stellen wat de liquiditeit ten goede komt. Maar ze kennen wel
tegenpartijrisico want een swap is niets anders dan een afspraak met een
tegenpartij.

Volgens Kay van Morningstar gaat het echter de goede kant uit met de
beheersing van dat risico en de transparantie in de verslaglegging. ETF’s
worden daarbij geholpen door enerzijds de Europese regelgeving over
beleggingsfondsen (Ucits IV) die volgend jaar effectief moet worden en
anderzijds Europese regelgeving voor alternatieve beleggingen, waaronder
veel ETF’s ook geschaard kunnen worden.

Of ik voor of tegen ETF’s ben? Alles wat beleggen makkelijk maakt, heeft mijn
sympathie, dus ETF’s ook. Beroepsmatig moet ik in diverse
beleggingscategorieën de beste beleggingsmogelijkheden opsporen. Als dat
ETF’s zijn, dan is dat zo.

Wie actief aan de slag gaat met indextrackers zal merken dat het zelf
econoompje spelen, inclusief voorspellingen voor aandelenbeurzen, niet zo
simpel is. Ook het kiezen van de juiste sectoren en landen is geen sinecure.
Het ontwikkelen van een succesvolle beleggingsstrategie is aan weinigen
voorbehouden. Maar wie zich hierdoor toch niet laat weerhouden, zal merken
met behulp van ETF’s de uitvoering van een strategie kinderspel is.

Freddy van Mulligen is Hoofd Research Morningstar
Benelux

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl